Het vasthouden aan de Sunnah

Het vasthouden aan de Sunnah

Aboe Hoerayrah overleverde:
De profeet vrede zij met hem zei: 'Vraag mij niet over wat ik jullie niet heb bericht, want degene die voor jullie waren, zijn enkel verdoemd als gevolg van hun vele vragen en hun meningsverschillen met hun profeten.
Als ik jullie iets verbied, blijft er dan van weg en als ik jullie iets opdraag, verricht het dan voor zover jullie in staat zijn.
(Al-Bouchaarie en Moeslim)

Het leidt tot vernietiging om onnodig nieuwsgierig te zijn en om meningsverschillen en verwarring te scheppen over de bevelen van Allah en Zijn profeet vrede zij met hem. De veiligste weg ligt alleen in het volgen van de bevelen van Allah en Zijn profeet vrede zij met hem, zonder 'als' of 'maar'. Haarkloverij in religieuze zaken valt onder deze categorie. Het opent de deur naar chaos en conflict en plaveit de weg voor onenigheid en afscheiding. Moge Allah verstand aan de Moslim oemmah geven om deze weg te verlaten en het rechte pad te nemen wat vrede en veiligheid verzekert. Laat het absoluut duidelijk zijn dat er maar één enkel recht pas is. Er kunnen geen meerdere paden zijn. Als een gemeenschap eenmaal het rechte pad verlaat dan dwaalt het zeker af.

Irbaad bin Saariyah overleverde:
De boodschapper van Allah gaf ons een welsprekende vermaning waarvan de harten verzachtten en de ogen tranen lieten.
Wij zeiden: 'O boodschapper van Allah, het is alsof het een vermaning is van iemand die afscheid neemt, dus geef ons advies.'
Hij zei: 'Ik adviseer jullie Allah te vrezen en te luisteren en gehoorzamen, zelfs als een slaaf (uit Ethiopië) tot jullie leider wordt aangesteld. En degene van jullie die na mij zal leven, zal veel meningsverschil zien. Houdt dus vast aan mijn soennah van de rechtgeleide chaliefen; bijt erop met de kiezen en pas op voor de vernieuwingen,
want iedere bid´ah is een dwaling.'
(Aboe Daawoed en Tirmidhie)

Deze hadieth benadrukt vroomheid, gehoorzaamheid aan de leider, het volgen van de voetsporen van de profeet en de eerste vier edele chaliefahs. Het verbied ketterij in religie streng. Deze hadieth onthult ook de voorspelling van de profeet dat de Moslim oemmah slachtoffer zal worden van verdeeldheid. Hij beschreef ook de juiste manieren om het tegen te gaan.
De remedie die hij voor dit probleem heeft voorgesteld is dat Moslims nooit van het pad moeten afwijken dat door hem en zijn rechtgeleide opvolgers voor hen is uitgelegd. Dit is de maatstaf om de waarheid te midden van een wirwar van verschillende meningen te ontdekken. Alle problemen van moslims zouden beëindigen als ze dit accepteren als het ene enkele criteriom van goed en fout.

Aboe Hoerayrah overleverde:
De boodschapper van Allah zei: 'Iedereen van mijn oemmah zal het paradijs binnen gaan, behalve degene die weigert.'
Er werd gezegd: 'En wie weigert, o boodschapper van Allah?'
Hij zei: 'Degene die mij gehoorzaamt zal het Paradijs binnen gaan en degene die mij ongehoorzaam is, hij weigert (het paradijs binnen te gaan).' (Al-Boucharie)

Het woord 'oemmah' staat hier voor gemeenschap die de uitnodiging van de profeet accepteert; dat wil zeggen de mensen die bij zijn oproep de islaam omarmden. Van deze gemeenschap zullen degene die hem getrouw volgen naar het paradijs gaan.

Aboe Moesa overleverde:
De boodschapper van Allah zei: 'De vergelijking van leiding en kennis waarmee Allah mij heeft gemachtigd is als dat van overvloedige regen die op wat aarde gevallen is.
Een vruchtbaar gedeelte van de aarde ervan heeft water geabsorbeerd en bracht veel gras een kruiden voort.
Een ander gedeelte, dat hol is, heeft het water vastgehouden en Allah geeft mensen er voordeel mee, die hebben gedronken en anderen te drinken gegeven en het gebruikt voor landbouw.
Maar iets ervan is op een gedeelte gevallen van droog land, dat het water nooit vasthoud, noch produceert het kruiden.
Zo is de gelijkenis van de man die de religie van Allah begrijpt en die voordeel krijgt van hetgeen Allah met mij gezonden heeft; Hij leert en onderwijst anderen.
Het is ook de gelijkenis van de man die noch zijn hoofd opheft om die reden (wat wil zeggen dat hij niet profiteert van hetgeen waarmee de profeet gezonden is), noch Allah´s leiding accepteert waarmee ik gezonden ben.'
(Al-Boechaarie en Moeslim)

In deze hadieth is de leiding en kennis die naar de mens is gezonden via de profeet vergeleken met regen die zowel profijtelijk als schadelijk is, omdat deze kennis de dode harten doet herleven net als regen bij verdroogd land.
Iemand die van deze kennis gebruik maar, wordt vergeleken met een goede aarde en iemand die deze kennis vergaart en het aan anderen meedeelt, maar het zelf niet in praktijk brengt, wordt verwant beschouwd aan een hard stuk grond wat water vasthoudt en andere mensen gebruiken het.
Iemand die noch leert, noch ernaar handelt, is zoals verlaten land wat noch water vasthoudt, noch iets produceert. Zo´n persoon is de ergste van allemaal, omdat hij er noch zelf voordeel van heeft, noch laat hij anderen er gebruik van maken.
Deze hadieth moedigt mensen aan om kennis te vergaren, het aan anderen mee te delen, het in de praktijk brengen en het waarschuwt mensen tegen het verwaarlozen van deze plicht.

Aabis bin Rabie´ah overleverde:
Ik zag Omar bin al-Chattaab de Warte Steen kussen (al-Hajar al Aswad) en zeggen: 'Ik weet dat je slechts een steen bent en dat je noch schade noch goed kan doen. Als ik de boodschapper van Allah je niet had zien kussen, dan had ik je niet gekust.'
(Al-Boechaarie en Moeslim)

- De uitspraak van ´Omar die in deze hadieth wordt geciteerd is van grote betekenis voor hetgeen hij absoluut duidelijk wilde maken aan analfabeten en onwetenden, namelijk dat de Zwarte steen van de Kabah niet wordt gekust omdat stenen in de islam worden vereerd, zoals gebruikelijk was in de pre-islamitische periode. Wat hij wilde benadrukken was dat kussen van de Zwarte Steen in gehoorzaamheid aan de Soennah van de profeet was.

- Gehoorzaamheid aan de profeet in ieder zaak, is een verplichting, of men de wijsheid er nu achter begrijpt of niet. In vergelijking met het kussen van de Zwarte Steen, denken sommige mensen dat het is toegestaan om graftombes van heiligen te kussen en respect te tonen. Maar dit is geen geldige reden, omdat het kussen van de Zwarte steen een Ibaadah (daad van aanbidding) is of een deel ervan en iedere ibaadah is tauqiefiyah (voorgeschreven door Allah en de profeet) en het kan noch worden vergroot, noch worden verkleind, noch kan het als iets anders worden geclassificeerd.

Bron: Boek: 'Tuin der oprechten deel 1 en 2', bladzijde 146 t/m 155.