UMMATUN WAHIDA
وَ اِنَّ ہٰذِہٖۤ اُمَّتُکُمۡ اُمَّۃً وَّاحِدَۃً وَّ اَنَا رَبُّکُمۡ فَاتَّقُوۡنِ ۵۲﴾
Wa-inna hathihi ommatukum ommatan wahidatan waana rabbukum faittaqooni

En voorwaar, deze godsdienst (de Islam) is jullie godsdienst, de enigste. En Ik ben jullie Heer, vreest Mij daarom.
{Qs al Muminun ayah 52}
UMMATUN WAHIDA
وَ اِنَّ ہٰذِہٖۤ اُمَّتُکُمۡ اُمَّۃً وَّاحِدَۃً وَّ اَنَا رَبُّکُمۡ فَاتَّقُوۡنِ ۵۲﴾
Wa-inna hathihi ommatukum ommatan wahidatan waana rabbukum faittaqooni

En voorwaar, deze godsdienst (de Islam) is jullie godsdienst, de enigste. En Ik ben jullie Heer, vreest Mij daarom.
{Qs al Muminun ayah 52}
UMMATUN WAHIDA
Wilt u reageren op dit bericht? Maak met een paar klikken een account aan of log in om door te gaan.

UMMATUN WAHIDA

Wa-inna hathihi ommatukum UMMATUN WAHIDATAN waana rabbukum faittaqooni En voorwaar, deze godsdienst (de Islam) is jullie godsdienst, de enigste. En Ik ben jullie Heer, vreest Mij daarom.
 
IndexLaatste afbeeldingenZoekenRegistrerenInloggen

 

 Het Uitnodigen tot de Weg van Allah, ‘Azza wa Jal, is een Plicht en een Noodzaak

Ga naar beneden 
AuteurBericht
Ummatun_wahida
Admin
Ummatun_wahida


Aantal berichten : 419
Registratiedatum : 09-12-12

Het Uitnodigen tot de Weg van Allah, ‘Azza wa Jal, is een Plicht en een Noodzaak Empty
BerichtOnderwerp: Het Uitnodigen tot de Weg van Allah, ‘Azza wa Jal, is een Plicht en een Noodzaak   Het Uitnodigen tot de Weg van Allah, ‘Azza wa Jal, is een Plicht en een Noodzaak Emptyvr feb 22, 2013 1:53 pm

Het Uitnodigen tot de Weg van Allah, ‘Azza wa Jal, is een Plicht en een Noodzaak Kaligrafibesmele005

Het uitnodigen tot de weg van Allah, Subhaanahu wa Ta’ala, wordt in het Arabisch aangeduid met het begrip “da’wah”. De da’wah voor Allah, Subhaanahu wa Ta’ala, is de Tareeq (leiding) van alle Profeten (‘alayhum as-salaam) geweest, om de mensen uit het donker naar het licht te brengen. De da’wah neemt de mensen weg van het aanbidden van Shaytaan naar het aanbidden van de enige ilaah; Allah, Subhaanahu wa Ta’ala.

Allahu Daa’iyah

De eerste die da’wah praktiseerde is Allah, Subhaanahu wa Ta’ala, zoals wordt aangegeven in onderstaande Quraanverzen:

“En Allah roept naar het tehuis van Vrede en leidt wie Hij wil naar het Rechte Pad.”

[Surrat Yuunus; 25]


“… maar Allah nodigt u uit tot de Hemel en tot vergiffenis …”

[Surrat Al-Baqarah; 221]


“Hij roept u, opdat Hij uw zonden moge vergeven en u uitstel moge verlenen voor een vastgestelde periode.”

[Surrat Ibraheem; 10]


Ar-Rasuulu Daa’iyah

Ook heeft Allah, Subhaanahu wa Ta’ala, Zijn Boodschapper, salla Allahu ‘alayhi wa sallam, bevolen de mensen naar de Weg van Al-Haq uit te nodigen:

“Voor elk volk hebben Wij wijdingen vastgesteld die zij moeten volgen; laat hen er daarom niet met u over redetwisten; doch nodigt hen tot uw Heer, waarlijk u volgt de juiste leiding”

[Surrat Al-Hadj; 67]

“En laten zij u niet afwenden van de woorden van Allah nadat zij tot u zijn nedergezonden; en roep anderen tot uw Heer, en behoor niet tot de afgodendienaren”

[Surrat Al-Qassas; 87]


“Roep tot de weg van uw Heer met wijsheid en goede raad en redetwist met hen op een gepaste wijze…”

[Surrat An-Nahl; 125]


En hij, salla Allahu ‘alayhi wa sallam, is tot aan zijn dood doorgegaan met de da’wah. De da’wah stopte niet nadat hij één keer lesgegeven had of heeft verteld over de Islaam. Nee, hij zette de da’wah voort, zijn hele leven door en overal waar hij was:

Oh, Profeet!, Wij hebben u als getuige, drager van blijde tijdingen en waarschuwer gezonden.En als een roeper tot Allah door Zijn gebod, en als een stralende zon. [Surrat Al-Ahzaab; 45-46]


Al-Muminuuna Du’aat

Daarnaast heeft Allah, Subhaanahu wa Ta’ala, hem, salla Allahu ‘alayhi wa sallam, en zijn volgelingen opgedragen te blijven uitnodigen tot Allah, Subhaanahu wa Ta’ala:

Allah, Subhaanahu wa Ta’ala, sprak in de ondertaande Quraanvers Zijn Boodschapper, salla Allahu ‘alayhi wa sallam, toe:

“Zeg:’Dit is mijn weg: ik roep tot Allah in zekerheid, ik en mijn volgelingen. Heilig is Allah en ik behoor niet tot de afgodendienaren.”

[Surrat Yuusuf; 108]

Een andere vers die dit benadrukt is het volgende:

“U (Moslims) bent het beste volk dat voor de mensheid (ter lering) is verwekt; u gebiedt wat goed is, verbiedt wat kwaad is en gelooft in Allah. En, indien de Mensen van het Boek hadden geloofd, zou het zeker beter voor hen zijn geweest. Sommigen van hen zijn gelovigen, maar de meesten van hen zijn overtreders.”

[Surrat Ali-'Imraan; 110]


Allah, Subhaanahu wa Ta’ala, heeft ons toegesproken met de woorden ‘het beste volk’ dat tot alles wat goed is uitnodigt en dat al-ma’ruuf oplegt en al-munkar verbiedt.

De da’wah is voor iedere Moslim verplicht, zowel voor de man als voor de vrouw. In de Quraan staat:

“En laat er een groep onder u zijn die tot goedheid aanspoort en tot rechtvaardigheid maant en het kwade verbiedt; dezen zijn het die zullen slagen.”[Surrat Ali-'Imraan; 104]

Tevens zegt Allah, Subhaanahu wa Ta’ala, in dit verband, verachten over het volk van Israël:

“Zij plachten elkander de ongerechtigheid niet te verbieden, welke zij begingen. Slecht is inderdaad hetgeen zij deden.”

[Surrat Al-Maaidah; 79]


Bovendien zijn er nog tal overleveringen van de Profeet, salla Allahu ‘alayhi wa sallam, waarin hij de Moslims aanraadde verder te gaan met het verkondigen van het Woord van Allah, Subhaanahu wa Ta’ala:

In Saheeh Al-Bukhaari lezen wij dat de Profeet, salla Allahu ‘alayhi wa sallam, in de Afscheidsbedevaart (Khutbah Hijjah al-Widaa’) het volgende heeft gezegd:

“Degenen die naar mij luisteren, moeten mijn woorden doorgeven aan anderen, en die anderen weer aan anderen. Mogen de laatste mijn woorden beter begrijpen dan diegenen die direct (nu) naar mij luisteren.”

In de een hadeeth, overgeleverd door Abu Hurayrah, radiya Allahu ‘anhu, zegt de Profeet, salla Allahu ‘alayhi wa sallam:

“Als iemand van jullie iets van munkar heeft gezien dan moet hij dat veranderen met zijn hand en als hij dat niet kan met zijn tong en als hij dat niet kan met zijn hart. En dit is de zwakste vorm van imane.”

Een ieder van ons zou zich moeten afvragen wat hij of zij aan deze verplichting doet in zijn dagelijkse leven.

In een hadeeth van Imaam Ahmad staat dat Abu Bakr, radiya Allahu ‘anhu, een keer een korte preek hield en de mensen vroeg naar de betekenis van Surrat Al-Maaidah, ayaah 105:

“O, gij die gelooft, past op uzelf. Hij die dwaalt kan u niet schaden wanneer gij juist geleid zijt. Tot Allah zult gij allen terugkeren, dan zal Hij u tonen wat gij gedaan hebt.”
[Surrat Al-Maaidah; 105]


De mensen hadden deze ayaah uitgelegd als dat ze zich niet met anderen moesten bemoeien en dat zij naar zichzelf moesten kijken. Aboe Bakr, radiya Allahu ‘anhu, zei: “Oh mensen!, Oh jullie die geloven!, jullie hebben de ayaah niet goed begrepen. Want ik heb gehoord dat de profeet, salla Allahu ‘alayhi wa sallam, heeft gezegd:

‘‘Als de mensen iets van munkar hebben gezien en deze munkar niet veranderen, dan kan dit tot een straf van Allah leiden.”


En natuurlijk moeten diegenen die da’wah doen kennis bezetten en blijven opdoen. En Allah, Subhaanahu wa Ta’ala, zegt:

“Zeg:’Dit is mijn weg: ik roep tot Allah in zekerheid, ik en mijn volgelingen. Heilig is Allah en ik behoor niet tot de afgodendienaren.”[Surrat Yuusuf; 108]


Naast kennis is een sterke imane een voorwaarde voor de da’wah. Op de dag van ma’rakah (de strijd of gevecht) van Uhud, toen de Profeet, salla Allahu ‘alayhi wa sallam, terugkeerde naar Madinah, hoorde hij dat Abu Sufiyaan met een groep mushrikeen naar Madinah wilde komen om de Moslims te vermoorden. De profeet, salla Allahu ‘alayhi wa sallam, deed het fajr-gebed en gaf bevel aan Bilaal om de Mudjahideen op te roepen tot de Jihaad. Allen die de dag daarvoor hadden gevochten werd gevraagd opnieuw mee te strijden. Sa’d Ibn Mu’adh ging naar zijn huis en vertelde zijn familie dat de profeet, salla Allahu ‘alayhi wa sallam, hen had gevraagd te gaan vechten. Usayd Ibn Khidr zei: ‘Alle gehoorzaamheid is voor Rasuul-Allah, salla Allahu ‘alayhi wa sallam.’ Tijdens het gevecht de vorige dag had hij zeven wonden opgelopen. Hij was bezig zijn de wonden te behandelen totdat hij over het gegeven bevel hoorde en direct opstond. Sa’d ibn ‘Ibaadah vertrok ook met zijn familie evenals Abu Qataadah en nog veertig mensen van Bani Salaamah op Jihaad. En dit terwijl ze allemaal gewond waren. At-Tufayl ibn An-Nu’maan was één van hen en had 13 wonden op zijn lichaam. Toen de Profeet, salla Allahu ‘alayhi wa sallam, hen zag zei hij: ‘O Allah!, rahmatuk (barmhartigheid) voor Bani Salaamah.” De imane die deze Moslims toonden is de Ware Imane. Dit is het werkelijke, oprechte en houden van:

laa ilaaha illa Allah..!

Rabbana la tu’aakhidhnaa in n-naseenaa aw akhta’naa, yaa Arhama Ar-Raahimeen…

geschreven door broeder Abu Jihaad
Terug naar boven Ga naar beneden
https://ummatun-wahida.1forum.biz
 
Het Uitnodigen tot de Weg van Allah, ‘Azza wa Jal, is een Plicht en een Noodzaak
Terug naar boven 
Pagina 1 van 1
 Soortgelijke onderwerpen
-
» Hoe begon Rassoel Allah salla Allah alayhi wasalam het gebed?
» Begin met het uitnodigen van mensen naar Tauwhied
» Vergeving van Allah
» Hou jullie aan de herdenking van Allah
»  Allah beloont vasten

Permissies van dit forum:Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
UMMATUN WAHIDA :: Da3wah :: Da3wa-
Ga naar: