En voorwaar, deze godsdienst (de Islam) is jullie godsdienst, de enigste. En Ik ben jullie Heer, vreest Mij daarom.
{Qs al Muminun ayah 52}
UMMATUN WAHIDA
Wilt u reageren op dit bericht? Maak met een paar klikken een account aan of log in om door te gaan.
UMMATUN WAHIDA
Wa-inna hathihi ommatukum UMMATUN WAHIDATAN waana rabbukum faittaqooni En voorwaar, deze godsdienst (de Islam) is jullie godsdienst, de enigste. En Ik ben jullie Heer, vreest Mij daarom.
Aantal berichten : 419 Registratiedatum : 09-12-12
Onderwerp: Het jaar van droefheid: do dec 20, 2012 10:21 am
In dit jaar verloor de profeet [صلى الله عليه وسلم] zijn oom Abu Taleb en ook zijn trouwe vrouw Khadeeja. Daarom noemde de profeet [صلى الله عليه وسلم] dit jaar “Het Jaar van Droefheid.” Zijn vrouw bezorgde hem rijkdom, vriendelijkheid, liefde en sympathie. Overgeleverd door Abu Hurayra [رضي الله عنه]: “Djibril kwam naar de profeet en zei: ‘Oh Allah’s boodschapper; Daar is Khadeeja, ze komt naar je toe met een bord soep [of iets te eten of te drinken]. Als ze jou bereikt, groet haar namens haar Heer [Allah] en namens mij, en geef haar blijde tijdingen dat ze een Qasab Paleis heeft in het Paradijs waarin geen lawaai nog enige vermoeienis [moeilijkheden] zijn.”
En zijn oom Abu Taleb gaf hem bescherming, standvastigheid en kracht.
Overgeleverd door Al-’Abbas ibn Abdul-Muttaleb [رضي الله عنه] dat hij tegen de profeet [صلى الله عليه وسلم] zei: “Je bent van geen enkel nut geweest voor je oom Abu Taleb [ofschoon] bij Allah, hij was gewend jou te beschermen en hij was gewend boos te worden namens u.” De profeet zei: “Hij is in een laag vuur, en als het niet voor mij zou zijn, dan zou hij in de bodem zijn van de Hel [Vuur].” [Sahih Al-Boekhari)
Ondanks zijn droefheid ging de profeet [صلى الله عليه وسلم] door met zijn werkzaamheden, en verkondigde de mensen Eén God te aanbidden. Hij ging naar een bekende stad Al-Ta’ef ten zuiden van Mekka om hulp en steun te krijgen en waar de rijke Arabieren leefden. Maar er was vriendschap gesloten tussen de stam van Qoeraysh en de mensen van Al-Ta’ef. Zij spoorden hun kinderen en hun slaven aan stenen te gooien naar de profeet [صلى الله عليه وسلم] totdat hij gewond was en teleurgesteld terugkeerde naar Mekka