Al hijra =Migratie van Mekka naar Medina

Overgeleverd door Moeder der Gelovigen Aisha en ibn Abbas [رضي الله عنهما]: “De profeet [صلى الله عليه وسلم] verbleef 10 jaar in Mekka, waar de Koran werd geopenbaard, en hij verbleef 10 jaar in Medina.” [Sahih Al-Boekhari]

Overgeleverd door ibn ‘Abbaas [رضي الله عنه]: “Allah’s boodschapper [صلى الله عليه وسلم] werd door Allah geïnspireerd op de leeftijd van 40 jaar. Toen bleef hij in Mekka voor 13 jaar, en werd toen bevolen te migreren, hij migreerde naar Medina en verbleef daar 10 jaar en stierf toen Moge de zegeningen en vrede met hem zijn.” [Sahih Al-Boekhari]

Toen de Qoeraysh de andere stammen van Mekka vertelden over de hulp, van de mensen van Yatrib aan Mohammad [صلى الله عليه وسلم] en zijn volgelingen, waren zij overeengekomen dat iedere stam 1 sterke jongeling moest sturen om Mohammad [صلى الله عليه وسلم] te doden. Zodra hij op de hoogte was van hun complot beval hij alle moslims zo snel mogelijk hun eigendommen te verkopen, Mekka te verlaten en naar hun broeders, de Ansar [helpers] in Medina te vertrekken.

Toen Allah [سبحانه وتعالى] de profeet [صلى الله عليه وسلم] beval te vertrekken was dit de aangewezen nacht waarin hij vermoord zou worden, de moordenaars stonden al voor zijn huis. De profeet [صلى الله عليه وسلم] gaf zijn neefje Ali ibn Abi Taleb zijn mantel om over hem heen te leggen, en hij verliet het huis. De profeet gooide stof in de ogen van de moordenaars en las Soerat Yasin 1-10:

“Yaasin [O, volmaakte mens]. Bij de Koran, die vol van Wijsheid is, Gij zijt inderdaad een der boodschappers. Op het rechte pad. Dit is een openbaring van de Almachtige, de Genadevolle. Opdat gij een volk mocht waarschuwen welks vaderen niet zijn gewaarschuwd en dat achteloos leeft. Het Woord heeft zich reeds bewaarheid ten opzichte van de meeste hunner, want zij geloven niet. En Wij hebben een hinderpaal voor hen en een hinderpaal achter hen geplaatst en Wij hebben hen gesluierd, zodat zij niet kunnen zien. En het is hun hetzelfde of gij hen waarschuwt of niet; zij willen niet geloven.” [Soerat Yaasin: 1-10]

De profeet [صلى الله عليه وسلم] ging naar het huis van Aboe Bakr [رضي الله عنه] en zij vertrokken samen naar Medina, gevolgd door de zoon en dochter [Aisha] van Abu Bakr [رضي الله عنه] en zijn veehoeder. Deze wiste alle sporen van de profeet en zijn metgezel weg. De volgende dag was Qoeraysh verrast door het vertrek van de profeet [صلى الله عليه وسلم], en zij zochten hem overal totdat de Moeshrikeen de grot bereikten waar de profeet [صلى الله عليه وسلم] en zijn metgezel zich voor drie nachten verstopten. Maar zij zagen hen niet.

Overgeleverd door Aboe Bakr [رضي الله عنه]: “Ik was met de profeet in de grot. Toen ik mijn hoofd optilde zag ik de voeten van de mensen. Ik zei: ‘Oh Allah’s boodschapper! Als iemand van hen naar beneden kijkt zullen zij ons zien.’ De profeet zei: ‘O Abou Bakr, wees rustig! [Want wij zijn] twee en Allah is de derde van ons.” [Sahih Al-Boekhari]


Vervolgens arriveerde de boodschapper van Allah [صلى الله عليه وسلم] en zijn metgezel in Medina.

Overgeleverd door Al-Bara ibn Azib [رضي الله عنه]: “De eerste mensen die bij ons kwamen [Medina] waren Mus’ab ibn Umayr en ibn Oum Maktum, deze onderwezen de mensen de Koran. Toen kwamen daar Bilal Al-Habashee, Sa’d en Ammar ibn Yaasir. Daarna kwam ‘Omar ibn Al-Khattab samen met twintig anderen metgezellen van de profeet. Later kwam de profeet zelf naar Medina en ik heb de mensen van Medina nooit zo vreugdevol gezien als zij waren bij de aankomst van Allah’s boodschapper, zelfs de slavenmeisjes zeiden: ‘Allah’s boodschapper is gearriveerd!’ En voor zijn aankomst heb ik deze Surah gelezen en begon met:

“Verheerlijk de Naam van uw Heer, de Allerhoogste.” [Soerat Al-A'laa: 1] [Sahih Al-Boekhari].

Op deze historische dag van de migratie van de profeet [صلى الله عليه وسلم] van Mekka naar Medina, maakte ‘Omar ibn al-Khattab [رضي الله عنه] de dag van aankomst in al-Medina, het begin van Hijra [migratie] kalender.

Overgeleverd door Sahl ibn Sa’d [رضي الله عنه]: “De profeet’s metgezellen namen als begindatum van de Moslim kalender niet de dag dat de profeet werd getuurd als boodschapper, of de dag dat hij stierf, maar de dag van zijn aankomst in Medina.” [Sahih Al-Boekhari]

De leiding van Allah’s boodschapper in Medina:

[1e Hidjra = 621 Na Christus]

De boodschapper [صلى الله عليه وسلم] werd een groot leider voor vele Moslims in Medina. De eerste taak was het bouwen van een nieuwe moskee, welke niet alleen diende voor het gebed maar het was tevens een plek voor alle Moslims om de islam te bestuderen en alle stammen konden elkaar daar als broeders ontmoeten zonder problemen. Het was een plaats voor ontmoetingen, en vele beslissingen werden daar genomen.

Door de hulp van de boodschapper van Allah [صلى الله عليه وسلم] werden de immigranten uit Mekka [Moehadjireen] en de Moslims uit Al-Medina [Al-Ansar] broeders van elkaar.

Overgeleverd door Anas ibn Malik [رضي الله عنه]: “Toen Abdur-Rahman ibn ‘Auf naar Medina kwam en de profeet de band van de broederschap oprichtte tussen hem en Sa’d ibn Ar-Rabi Al-Ansari, stelde Sa’d voor dat Abdur-Rahman de helft van zijn bezittingen en zijn familie zou accepteren. Abdur-Rahman zei: ‘Moge Allah je zegenen met je familie en bezittingen; leid me naar de markt.’ Dus Abdur-Rahman [terwijl hij zaken op de markt] haalde voordeel uit wat samengeperste droge yoghurt en boter. Na een paar dagen zag de profeet hem kleding dragen bevlekt met gele parfum. De profeet vroeg: ‘Wat is dit, O Abdur-Rahman?’ Hij zei: ‘O boodschapper van Allah! Ik ben getrouwd met een Ansariah [vrouw].’ De profeet vroeg: ‘Wat heb je haar gegeven als Mahr [bruidsschat]?’ Hij [Abdur-Rahman] zei: ‘Een stuk goud van het gewicht van een dadelsteen.’ Toen zei de profeet: ‘Geef een gastmaal, zelfs van een schaap.” [Sahih Al-Boekhari]

Tijdens het leiderschap van de profeet [صلى الله عليه وسلم] in Medina maakte hij een verdrag met de Moslim stammen van Medina, met dit verdrag loste hij alle problemen van het verleden op en legde hij de basis van de nieuwe Islamitische Gemeenschap.