Zijn AfkomstHij is Shaychoel-Islaam Mohammed bin ‘Abdoel-Wahhaab bin Soelaimaan bin ‘Ali bin
Mohammed bin Ahmed bin Raashied bin Boerayd bin Mohammed bin Moesharref van Awhabeh vanuit de stam van Tamiem. De vernieuwer van dat wat er van de Islaamitische karakteristieken verdwenen was in de twaalfde eeuw na Hidjra.
Zijn GeboorteHij (rahiemehoellaah) werd geboren in een dorpje genaamd ‘Oeyeenah in het jaar (1115) na de Profetische Hidjra, in de streek “Nadjd” (Saoedie Arabië).
Zijn OpgroeienHij groeide op in een huis van kennis, geloof en eer. Zijn vader, ‘Abdoel-Wahhaab was een grote geleerde en rechter in het dorpje ‘Oeyeenah. Zijn opa, Soelaimaan (stond bekend) als “de geleerde van Nadjd.” Daarom had de Shaych (Mohammed) de Qor`aan al in zijn hoofd voordat hij tien jaar oud was, en had hij een groot gedeelte van de fiqh (Islaamitische Jurisprudentie) bestudeerd.
Hij was zo intelligent dat zelfs zijn vader zei, dat hij van zijn zoon Mohammed een aantal regels (van de Fiqh) had geprofiteerd. Hij (rahiemehoellaah) deed veel onderzoek in de boeken van Tafsier, Hadieth en Fiqh, en was daarnaast erg snel in het schrijven. Zo schreef hij in een zitting aan een stuk door zonder het saai of vervelend te vinden.
Zijn reizen (zoektocht) naar kennisShaych (Mohammed) heeft veel gereisd nadat hij veel kennis had opgedaan in de buurt van Nadjd en omstreken. Zo is hij naar Al-Haramain (Mekkah en Medienah) gegaan, en heeft daar bij Shaych ‘Abdoellaah bin Iebraahiem en-Nadjdie (rahiemehoellaah) gestudeerd. Zo heeft hij daar ook bij Shaych ‘Abdoellaah bin Iebraahiem esh-Shammerie (rahiemehoellaah), en zijn zoon, de bekende erfrechtspecialist Iebraahiem esh-Shemerie (rahiemehoellaah) de schrijver van “el-‘Adhb el-Faaidfie sharh el-Fiyatoel-Faraaid” gestudeerd. En ‘Abdoellaah en zijn zoon hebben hem kennis laten maken met de welbekende Moehaddieth Mohammed Hayat es-Sindie (rahiemehoellaah), bij wie hij de kennis van hadieth, en de overleveraars van hadieth heeft gestudeerd. Hij heeft hem zelfs permissie gegeven om de moeder boeken via hem te overleveren, en hij heeft twee (Moeselsel) hadieth via hem overlevert.
Daarna is hij naar el-Ihsaâ gegaan en daarna naar el-Basra (Irak) waar hij de kennis bestudeerde bij de geleerden van die steden. Zo las hij bij el-Madjmô’I (rahiemehoellaah) in Irak en bij Ibn ‘Abdoel-Latief esh-Shaafi’ie (rahiemehoellaah) in el-Ihsaâ, en studeerde o.a el-fiqh, el-hadieth, grammatica (Arabisch) enz. bij hen. Toen hij klaar was met zijn studie en bereikt had wat hij wilde, ging hij terug naar zijn dorpje om de Tauwhied, door middel van brieven en boeken, in de windstreken van Nadjd te verspreiden. Daarnaast ging hij door met het studeren bij zijn vader totdat zijn vader overleed in het jaar (1153H).
Na de dood van zijn vader (rahiemehoellaah) verspreidde zijn bekendheid zich overal, en begon hij te onderwijzen, en de selefie da’wah te verspreiden, hij gebood het goede en verbood het slechte, en bestreed de grafaanbidders (ahloel-bid`ah). Zijn
da’wah werd, na de Hulp, Bescherming en Bekommering van Allaah, gesterkt door de
regeringsleiders van Aal es-Sa’oed, en de da’wah verspreidde zich in plaatsen zoals; en-Nadjd, el-Hidjaaz, gedeelten van Jemen, ‘Ammaan (Jordanië) en andere plaatsen.
Zijn boekenDe Shaych heeft vele goede en profijtvolle boekwerken geschreven, waaronder:
•Oesoel eth-Thelaathah
•Keshf esh-Shoeboehaat
•Masaa’il el-Djaahiliyah
•Kitaab et-Tauwhied
•Moechtasar el-Insaaf en Sharh el-Kabier
•Moechtasar Zaad el-Me’aad
•El-Kabaa’irOok heeft hij uitspraken, fataawa en schrijfwerken die samen zijn gebundeld door (een aantal geleerden van) de Islaamitische Universiteit Mohammed bin Sa’oed genaamd: Madjmoe’ah Moe’alefaat el-Iemaam Mohammed bin ‘Abdoel-Wahhaab.
Zijn OverlijdenDe Shaych overleed in het jaar (1206) na Hidjra, na een lang leven van plusminus negentig jaren van da’wah, djihaad, kennis en onderwijs. Moge Allaahs Barmhartigheid met hem zijn, en moge Hij hem belonen voor wat hij voor de Islaam en de moslims heeft geofferd, en moge (Hij) de moslims profijt van zijn nakomelingen en de nakomelingen van zijn handlangers laten hebben. Hij is de Alhorende, Degene Die Verhoort.